donderdag 29 april 2021

Zijn wie je bent


'Ben je nog steeds boos?' vroeg een goede vriendin aan de telefoon naar aanleiding van mijn laatste blog. 

Tegen beter weten in een beetje provocerend blog schrijven is als die bekende beweging van een vlinder aan de ene kant van de aarde die een vulkaan doet uitbarsten aan de andere kant. Ik laat in gesprekken niet aan iedereen het achterste van mijn tong zien, vrijwel nooit eigenlijk. 'Ik moet altijd maar gissen wat je denkt,' zei mijn laatste vriendje, zelf vooral praktisch ingesteld. 

Ik snap het heel goed van hem. Ik ben in real life geen open boek en andere mensen kunnen of willen meestal niet zo goed inzoomen op anderen als ik. Gevoeligheid is geen gave die je kunt trainen, net als de spieren van je lichaam. Echter moeten we in onze maatschappij vooral geluid maken om gehoord te worden, letterlijk je stem verheffen. Praten om aanwezig te zijn tussen de andere mensen. Stilte wordt altijd ingevuld. Stille taal gaat schuil. 



Het probleem is dat ik geen prater ben. Ik kan het wel en roep dan van alles, goede dingen, maar ook die waar ik spijt van krijg. Praten gaat me gewoon te snel. Is me te luidruchtig. Ja ik leef vaak voor-barig, daar ben ik me van bewust. Ik denk in het vooruit en streef mijn dromen op gedreven wijze na, maar die letterlijkheid van met een ander praten roept altijd zoveel gevoel op, daar heb ik tijd voor nodig om van bij te komen en liefst op een rijtje te zetten wat er gebeurd is. De antwoorden volgen wel, maar liever een dag later. 


Op Arte zijn soms fantastische Scandinavische series te zien en over een daarvan wil ik het graag hebben, omdat die mij diep raakte. Au nom du père (In de naam van de vader) heet deze en ik heb gisteravond de tiende aflevering van de tweede reeks gezien, het einde. Het is het verhaal van een Deense dominee familie die eeuwenlang van vader op zoon aan een kerk leiding geeft. Een van de zonen weigert dominee te worden en zoekt zijn heil vergeefs elders. Het is een rijke serie met veel lagen en verhaallijnen. Ik herken mezelf het meest in de zoektocht van die zoon die reist en niets afmaakt waar hij aan begint, zijn studie theologie, werk en relaties. 

Zijn moeder vroeg hem 'waar ben je toch voor op de vlucht?' We komen erachter dat hij het niet aandurft zichzelf te zijn en ervoor uit te komen wie hij werkelijk is. Zijn woede zit hem in de weg. Als hij tegen het einde toch besluit zijn scriptie theologie over vergeving af te maken worstelt hij met het probleem dat hij zelf niet gelovig is, niet zo gelovig als zijn vader die zijn hele leven op fanatieke wijze het geloof verdedigd. 'Kun je een goede dominee zijn als je zelf niet gelooft?' vraagt de zoon zich af. 


Tegen mijn vriendin zei ik: 'Ja, ik ben nog steeds boos, maar emoties duren meestal niet zo lang, een minuut of twintig. Ik ben me er bewust van dat er achter mijn woede tegen het protocol iets anders schuilgaat en dat is een motor om te handelen, de goede dingen te doen zoals gezond eten.' 

Wat ik haar dus eigenlijk wilde zeggen is dat ik vooral bang ben. Bang dat de kanker terugkomt en dat ik daardoor niet genoeg tijd meer zou hebben om te kunnen zijn wie ik ben. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten