De planeet verzet dit jaar luidkeels
haar zinnen. Gevangen in een waanzinnige stilte, alleen verstoord door zich
schor zingende vogels, perst ze ons, geconfineerde mensheid, haar prille lente met tomeloze bloei en bloesem door de
strot. Alsof er niets gebeurt, alsof er niets gebeurd ís en vooral alsof het
niets is. Dat zouden mensen ook moeten doen. Volharden. Doen waar je zin in
hebt en je niets aantrekken van restricties en vooral niet luisteren naar je eigen interne
criticus die het altijd beter denkt te weten. DENKT te weten. Wij
mensen moeten niet zoveel denken, dat leidt nergens toe. Uitroepteken.
Dieren denken ook niet na, die
volgen hun impulsen, hun instincten en een natuurlijke drang om te ademen, te leven,
er te zijn. Het leven is simpel. Kijk maar eens naar een schildpadje dat uit
een ei kruipt en zich over het hobbelig zand naar de zee rept. Boven zich
cirkelen de roofvogels, maar hij kan niets anders dan zijn instinct volgen. Dat
is magisch, dat is een wonder. Leven is een wonder.
Wij denken, wij oordelen, wij
vullen in. Mensen creëren verwachtingen, gedachten over anderen, over zichzelf
en leven zo zelden vanuit natuurlijke behoeften. Zo ook ik. Als geen
ander ben en blijf ik een enthousiast
wezen, licht ontvlambaar voor nieuwe ideeën, voorstellen en plannen. Zo zit ik
in elkaar en het verrijkt mij en het is – zo hoor ik terug - inspirerend voor wie
minder impulsen kent of er niet aan toe durft te geven. Er is echter een voorwaarde aan verbonden en dat is dat nieuwe ideeën de tijd moeten hebben om te rijpen. Ik weet dat zelf heel goed, maar durf hier te wedden dat er GEEN vriend of familielid bestaat die mij goed kent en dat NOOIT denkt als ik weer eens met een nieuw plan kom. ‘Doe toch rustig aan…!’ ‘Neem nu eens de tijd…!’ en ‘Wacht de dingen af voor
je wat doet…’ Ook als mensen dit niet (durven) zeggen, wéét ik dat ze het
denken. Ik kan op dit punt aangekomen, ieders gedachten lezen. Echt! Over het algemeen gaan dit soort opmerkingen snel het ene oor in en het andere uit. Ik wéét het wel. Het is niemand ontgaan denk ik dat mijn laatste plannen over de rode lijn van mijn bestaan gingen: mijn trots, mijn liefde, mijn passie,
mijn alles: mijn kennel Australische herders.
Picasso&Juliette, een hart in het licht van de lentezon
En er is nieuws. De natuur heeft namelijk
sinds mijn laatste blog beslist dat Juliette&Picasso nog geen nestje
krijgen. Dat betekent dat ik het komend half jaar, misschien jaar, misschien
langer, tijd heb om andere dingen te doen dan de geboorte begeleiden, pups
socialiseren, kopers interesseren en veel, heel veel poep opruimen… Dat was in
eerste instantie een grote schok. Ik dacht serieus dat er geen vuiltje aan de
lucht zou zijn voor een dekking met een gezond jong mannetje (Picasso) en een rijp
volwassen vrouwtje (Juliette) in huis die ook nog samen opgegroeid waren en van
elkaar hielden. Helaas is het net als bij mensen soms om duistere redenen zo
dat er geen kinderen komen en dat kun je niet altijd medisch verklaren. Het
nieuws kwam neer op een dag of drie huilen en mezelf beklagen dat ik hierom zeer
zielig ben, ik had het zó leuk bedacht en voorgesteld! Tja. Daar gaan we weer.
Mensen denken teveel. Verwachten. Plannen. Ik ook, maar zo werkt het leven
niet!
Het is mooi weer, zei de kip.
Na drie dagen zwelgen in zelfmedelijden en huilen met de pet op, bloeide er uit de volle maan in mijn
ziel een klein blauw bloemetje. Tenger steeltje. Kleine blaadjes, een minuscuul
kopje maar met een ontegenzeglijk indringende oogopslag naar boven, naar de
uitgang van mijn lichaam en dat luikje in het universum waarachter creativiteit
en zelfontplooiing schuilgaan. Het is goed gekomen, het bloemetje krijgt water en samen kantelen we met mijn
emoties, spanningen en de nodige tranen weer naar de goede kant van de dingen. Hoera!
Het is absoluut onnatuurlijk voor mij om dat bloemetje te vernietigen. Dat wist ik weer toen ik de drie dolle dwaze dagen van
wanhoop doorstaan had. Ik heb toen de laptop gepakt, niet om foto’s van de
hondjes of mijn nieuwe website De la Perle du Morvan verder te bewerken, ook
niet om verder te gaan met mijn derde dichtbundel die nog maar twintig
gedichten telt, té weinig voor een bundel, MAAR om de laatste
pagina’s van het begin van mijn derde roman er weer eens op na te slaan… En
waarachtig, het vuur laaide al lezend op en ik kon er na een jaar ineens weer mee verder. Nieuwe
ideeën, verbeteringen, geschrapte stukken, het is lente, we zijn geconfineerd,
maar in mij en in mijn derde roman beginnen personages verder tot stand te
komen. Ik sta nu weer elke dag om vijf uur 's ochtends op in plaats van malend in mijn bed te blijven terwijl ik eigenlijk wakker ben. Ik schrijf zo de dag in, de eerste uren zijn voor mij, alleen voor mij. Het ritme is hetzelfde als waarin ik La vie en rose en Stille taal heb geschreven. Mijn derde roman leeft! Is het geen wonder hoe de hondjes mij dat hebben duidelijk gemaakt? Ik hoefde alleen maar naar ze te luisteren. En voor wie met mij op een puppy wacht: het nestje komt er, dat is zeker, maar wanneer? Dat kan ik niet meer beloven, want ik heb het simpelweg niet zelf in de hand. De natuur bepaalt... en tot die tijd werk ik gestaag door aan mijn nieuwe boek. De wereld heeft blauwe bloemetjes nodig. Het is niet anders.