zaterdag 20 juni 2015

Post van Piet

Post van Piet




Elke zes weken valt een dikke envelop op mijn deurmat. Zes columns van Tommy Wieringa met een sierlijk geschreven datum erboven, gedichten en een zelfgemaakt kaartje. Post van Piet. We hebben elkaar ontmoet tijdens een poëziecursus in het Dominicanenklooster in Huissen waar iets bijzonders gebeurde tijdens de vespers. In de kleine kapel verscheen plotseling schrijver Tommy Wieringa. Hij verbleef blijkbaar in het afgezonderde gastenverblijf. Ik vergeet nooit meer dat hij op versleten blauwgrijze sloffen met een ruitjespatroon liep. Piet zat naast me en Tommy kwam recht tegenover ons zitten met de wereld van zijn boeken als een aura om zijn hoofd. Dit zijn de namen schitterde ons in het kaarslicht tegemoet. Die week ging zijn column - hoe kan het ook anders - over het klooster en de tijd dat hij er aan zijn boek werkte. Over hoe inspirerend deze plek is.

Meestal stuur ik Piet iets terug, een kaartje, gedicht of de Pays-Sas nieuwsbrief maar die moet ik dan wel uitprinten want hij 'doet niet aan Internet' en ik heb nooit verteld dat Tommy Wieringa's columns er met een klik te lezen zijn. Maar na Piets laatste zending van april had ik verzuimd iets terug te sturen. Hij belde op: 'Of ik zijn post nog wel waardeerde?' Ik schaamde me, zo zorgvuldig als hij mij telkens de columns opstuurde, zo nalatig was ik geweest. Gelukkig begreep hij dat het afronden van Stille taal veel energie vergde. Toen ik vertelde dat er op dat moment proeflezers hun hoofd over mijn roman buigen (buigen, niet breken!) reageerde hij enthousiast dat 'ik me nu wel heel wat moest voelen.' Onbekend met dat gevoel vroeg ik wat hij bedoelde. Zijn vrouw schilderde maar trad niet naar buiten want 'de blik van het publiek' deed haar geen goed. Ik luisterde. Voor mij is het normaal om gedichten, foto's en schilderijen te delen maar daar sta ik nooit bij stil. Wel wát ik plaats maar niet dát ik het doe.


Wat er met Stille taal gaat gebeuren, of en door welke uitgeverij het gepubliceerd wordt, weet ik niet. Ik heb voorgevoelens en dromen, maar de dingen gaan zoals ze gaan. Ik heb iets gepresteerd waarvan ik niet wist of ik het kon en dat neemt niemand me meer af. Daardoor voel ik me prettig, zeker niet 'heel wat.' Ik weet nu wat het kost om een roman te schrijven, hoe het voelt om uit het sociale leven te stappen en wat discipline is. Hoe je als schrijver de onzekerheid en leegte - die ieder mens volgens mij het liefst vermijdt - moet opzoeken. Ontvankelijkheid betekent in opperste concentratie luisteren naar woorden die je invallen. Schrijven ís stille taal. Het verhaal vormt zich waar je bij zit en in een later stadium bekijk je de tekst kritisch. Kortom ik heb een magisch proces beleefd waar ik dankbaar voor ben.  

Stille taal mag als de tijd rijp is de wereld in (dat wist ik van begin af aan). Ik stel me zo voor dat het in boekvorm verschijnt met een aantrekkelijk omslag en de inhoud in een rustig lettertype met veel ruimte tussen de regels. En als mijn boekpresentatie er dan komt, - wat natuurlijk geweldig zou zijn! - dan nodig ik als een van de eerste gasten, Piet uit. En Tommy Wieringa op zijn versleten sloffen.