Picasso, Joshua&Luca in het mistige meer van La Nocle-Maulaix
De winter van 2024 is aanstaande. De seizoenen wisselen alsof het niks is. Alsof de wereld niet in brand staat. De tijd staat alleen niet stil, was het maar waar… Op microniveau voltrekken zich grote drama’s. Afgelopen zomer heb ik haast geen insect gezien. Wat vlinders, libellen en vliegen, maar niet veel. Normaal zitten er nu lieveheersbeestjes in de hoeken van mijn kamers om te overwinteren. Punaises komen tikkend tegen de ramen vliegen dat ze erin willen en de laatste wespen zoeken nog iets eetbaars. Dit najaar niet. Hooguit wat kleine muggen die tegen de schemering opstijgen uit het natte gras, zoals in de Schotse Hooglanden. Een enkele nachtvlinder zoekt wat warmte in het licht van de lamp. Spinnen en langpootmuggen nemen hun intrek.
De eekhoorns zie ik echter niet meer door de bomen achter mijn huis zwieren, met hun specifieke roep, geen bronstige ree heeft zich vanuit het grote bos laten horen, de twee steenuiltjes die hier jaren woonden hoor ik niet meer en de meeste kleine vogeltjes als musjes en roodborstjes zitten nu alleen nog in de hoge heg. De grond van het weiland voor mijn huis ligt brak, er is geploegd en er is mest uitgereden. De nazomer van 2021 stond het gras nog hoog en lieten de vele krekels zich tussen de koeien nog heel lang uitgelaten en vrolijk horen. Ook in Saint-Honoré-les-Bains legt de natuur het loodje tegen de alles om zich heen exploiterende mens, lijkt het wel.
Een mooie frisse ochtend langs het Canal du Nivernais
Ik heb deze week slechts een groepje van acht kraanvogels gezien en gehoord. Zeven trokken naar het Zuiden na een koudere nacht, maar een vogel week vreemd genoeg luid roepend af van de anderen. Na die ene nacht is het weer te warm en wachten ze waarschijnlijk in een weiland af tot de kou hun instinct weer wekt. Als dat gebeurt, want het blijft voorlopig warm. Te warm voor eind november.
Vorig jaar trokken ze in grote cirkels over het kanaal om steeds weer terug te keren in plaats van weg te trekken. Trekvogels die te lang op plek blijven zijn niet meer wie ze horen te zijn. Ondanks hun instinct passen ze zich noodgedwongen aan de omstandigheden aan.
Toch zie ik vanaf de bank een paar musjes blij en bezitterig van de eerste vetbollen pikken die ik gisteren opgehangen heb. De grote wereld kan ik niet veranderen, de klimaatverandering ook niet, tot aan mijn heg en een stukje van de weg bepaal ik wel wat er groeit en welke dieren er welkom zijn. En ik ben nog lang niet klaar met de tuin en hoe ik ervoor kan zorgen dat er meer insecten en vogels kunnen leven. Ik woon hier wat dat betreft nog maar net.
De natuur kent haar eigen wetten, die van tijd en dingen op z’n beloop laten. Loslaten in de herfst, terugkeer naar de wortels in de winter. In grote lijnen is dat nog steeds wat er gebeurt en waar wij mensen mee te leven hebben. Eens niet alles verbouwen en veranderen, de dingen altijd maar naar onze hand zetten. Nee.
Gewoon laten en de natuur bewonderen.
Meer hoeft er niet.
De grote eik zwijgt in alle talen