Vroeger toen ik nog
een paar keer per jaar mijn heen en weertjes Frankrijk reed, gingen er altijd
een paar blikjes crème de marrons
mee naar huis. Voor de pasta die ik nu op mijn brood heb is het woord crème teveel eer. In industriële
producten zitten zelden klonten, alle ingrediënten worden eerst flink gemaald en geperst
zodat het eindresultaat soepel en strak in de blikjes en op tafel komt... Zonder voedingsstoffen,
tenzij ze die nadat ze deze eruit hebben gehaald, weer in hebben gestopt. Dat we dat toch blijven pikken! Maar daar wil ik het niet over hebben.
Herfst op de Haut Folin met Régis, Romeo&Juliette
Toen ik gisteren
rond etenstijd het huis van mijn Franse vriendin en haar man binnenstapte rook
ik het al. Hier werd gekookt. Hij zit in de gemeenteraad en was nog niet terug
van een vergadering, zij roerde met een grote pollepel in een enorme pan waarin
van alles pruttelde. Ze zoende me hartelijk
en zei ‘Ik moet het even afmaken hoor!’
Ik nam plaats aan
de keukentafel nadat ik haar mijn cadeautje had gegeven. Op de tafel lag een
oranjeroodbruin tafelkleed meegenomen uit Afrika. Aan de muren hingen haar eigen
schilderijen en zomerfoto’s van stralende
kleinkinderen. Het huis hebben ze in 1976 als ruïne gekocht, ze waren verliefd geworden op de Morvan en hun
jongste dochter was net geboren. Lange tijd bleven ze zich buitenstaander
voelen. Men verkocht ze nat hout voor de kachel en niemand deed moeite hun
welkom te heten. De lokale agrarische bevolking dacht dat 'die hippies' het leven op het
platteland niet zouden trekken en snel weer weg zouden zijn.
Saskia's drietal
De klonten zijn groot maar niet droog, wat je misschien verwacht. Smeuïg en zacht smelten ze met de boter op mijn tong. Gek hoe eten toch altijd dat Madeleine-effect van Proust teweegbrengt. Zelfs als de herinnering recent is. Want na het verrukkelijke eten uit eigen tuin en zonder vlees zijn we samen naar een optreden gegaan in een oude molen in the middle of nowhere: Le Moulin de Chazeu. Ik was er een keer eerder, in 2012, toen kampeerde ik op mijn vaste plek in het bos bij de beek op het terrein van Trudie en Ruud en vond er een zomertentoonstelling plaats. Gisteravond trad er een dichter op met een stem als Leo Ferrer samen met een zeer bevlogen cellist die improviseerde op de voordracht van de dichter. Een bijzonder hoor-, kijk- en luisterspel en als de platte houten stoel waar ik op zat niet zo hard was, had ik er de hele nacht willen blijven…
In Nederland ging
ik regelmatig uit. Concerten, lezingen, de laatste jaren vooral optredens van schrijvers.
In Frankrijk moet je er meer moeite voor doen, het is vaak even rijden en als
je in de donkere wintermaanden in je comfortabele huis bij de houtkachel zit
kom je veel minder snel de deur uit. En als je je ertoe zet, dan gebeurt er vaak
ook wat. Raakt iets je…
Zoals gisteravond de intensiteit van de man
die de cello speelde, Didier Petit heet hij, maar hij was verre van petit, hij was
lang en woest aantrekkelijk met zijn wilde grijze haardos die meebewoog op de
beweging van zijn mooie sterke handen die een
ritme klopten op de klankkast, dansend door de ruimte vlogen en vaardig over de
snaren gleden. Ontroerend goed.
Nati the Hope dite Juliette, geboren in de week van mijn
laatste bestraling is alweer negen maanden
Dus nu wil ik ook
een cello. Het is immers al vanaf dat ik klein ben mijn favoriete instrument! Of nee, les van Didier Petit, of nee, een cello én les van Didier Petit! En dan samen optreden. Ik met mijn gedichten en hij
met zijn cello. Of nee, laten we mijn nieuwe kunstvriendin erbij betrekken, zij
kookt en maakt de beste kastanjepasta van de Morvan, het publiek ervaart zo diverse
zintuiglijke sensaties tegelijk! Of...
Op de kleuterschool zat
een klein meisje in mijn klas dat in de straat achter mij woonde. Ze rende
altijd hard weg als de school uitging en wat bleek? Ze was bang voor me, niet
zozeer voor mij maar voor… mijn
wenkbrauwen. Ik heb het nooit begrepen. Hoe kan iemand daar nu bang voor zijn? Ik ken zelf ook vele
angsten maar nooit die voor de intensiteit van een bevlogen kunstenaar. Daarvan krijg ik nooit genoeg, sterker nog, ik heb het nodig voor mijn eigen werk.
Toch ben
ik de grote Didier Petit niet om de hals gevlogen van
geluk. Het had gekund, de verleiding was er, ik stond een moment alleen
naast hem bij de borrel... Oef! Maar ik heb me ingehouden, nam braaf een stukje kastanjetaart en besefte dat niet iedereen zit te wachten op een
spontane update van mijn bewogen en roerige gemoedstoestand. De cake was heerlijk! Als ik hem ooit weer ergens tegenkom dan zal ik zeggen hoe ik van zijn optreden genoten heb, dat zijn bevlogenheid en artisticiteit me inspireren. Ja, dat zal ik doen! Op een rustige manier en op volwassen toon.
Voor nu kruipt
het daglicht naar binnen, mijn ontbijt is op. Het is de hoogste tijd voor een nieuw personage in
La vie en rose. Want daarmee maak ik niemand bang. Hoop ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten