zaterdag 1 juli 2017

La vie de Juliette

Juliette is bijna zes maanden en begint meer en meer haar eigen gang te gaan. Ze is een grote knuffel, vindt het heerlijk als ik over haar buikje aai, dan vlijt ze zich helemaal tegen me aan tot ze onderuitgezakt op de grond ligt. Daarbij knort ze van plezier, een beetje als een biggetje. En ze is zó zacht, zó zacht, het is een feestje om haar aan te halen. Vaak hoef ik haar niet te roepen, ze is altijd in de buurt. Toch doe ik het.

 Het 'Julietteloopje is namelijk zo aandoenlijk. Eerst een blije blik, dan haar snelle loopje met een parmantig hupje aan het einde als ze bij me is, geen grote sprong met haar poten tegen me aan zoals Romeo dat in zijn jeugdig enthousiasme doet, nee Juliette maakt als een ware hofdame een keurige reverence niet door haar hoepelrok op te tillen maar alle vier haar pootjes kort van de grond te halen.  


Zoals gezegd, ze wordt groter en ouder en dat betekent dat ze wat vaker uit beeld is, dan scharrelt ze over het grote terrein rond mijn huis, eet alles wat los en vast zit, vooral dode muizen, aardbeien () en als het nog ergens te vinden is nu de kippen allemaal door de vos gedood zijn, kippenstrontjes. Alsof ze nooit te eten krijgt. Als ik haar haar gang zou laten gaan dan wordt ze veel en veel te zwaar.  

  Naast dat gescharrel op zoek naar iets eetbaars kent ze ook een bepaalde mate van ongedurigheid. We hebben vaak net een fijne lange wandeling gemaakt, ik heb me achter mijn pc gezet voor correcties van de teksten voor La vie en rose van die ochtend maar Juliette vindt het tijd om aandacht te trekken. Romeo, moe van het wandelen en spelen geeft geen sjoege, Régis knijpt ook zijn ogen stevig dicht, de poezen zijn buiten en zo is er niemand die reageert. De meeste honden die ik ken leggen zich dan bij de situatie neer, letterlijk. Zo zou de rust terugkeren. Maar niet Juliette


Juliette is heel lief en kalm maar ze legt zich zelden bij iets neer als ze wat anders in haar koppie heeft. Ze is een Australische herder, een Aussie, gefokt om zelfstandig in het veld voor of achter de troep koeien die deze honden horen te drijven, beslissingen te kunnen nemen. Ik weet dat dit bij het ras hoort en toch zijn er momenten dat ik me er aan erger. Ze gaat maar door!’ zei ik dan tegen niemand in het bijzonder tot ik erachter ben gekomen wat er werkelijk gebeurt op zon moment. En het is zo herkenbaar dat je het bijna over het hoofd ziet. 

  Mijn meisje voelt zich dan genegeerd. Iedereen in huis gaat zijn gang zoals we dat altijd doen maar zij voelt zich buitengesloten waardoor ze vervelend’ begint te doen. Maar wat is vervelend? Want ze is heus moe van het lopen, voldaan en met lege darmen, dat is het allemaal niet. Juliette wil op zo'n moment alleen maar even weten dat het goed is, dat we er zijn en dat ze rustig kan gaan slapen. 

  Nu ik de bron van haar ongedurigheid ken, haal ik haar aan als het weer gebeurt, zitten we na het wandelen eerst even samen op de bank, kroelen en knuffelen. En luisterend naar haar tevreden knorrende geluidjes weet ik dan weer precies waarom ze mijn meisje is en dat ze meer dan wie dan ook bij ons hoort ook al dacht de buitenwereld daar in het begin misschien anders over.


2 opmerkingen: