zaterdag 3 januari 2015

Tijd


Tijd - Saskia Kruize

Wind waait om het huis, regen klettert tegen de ramen. Het is half zeven 's ochtends en nog donker buiten. Een herfstachtige winterdag in januari. Ik zit met een kop koffie op de bank in de kamer, Régis ligt naast me te slapen. Romeo kijkt aan mijn voeten op het kleed om zich heen. De minste of geringste beweging in huis daagt hem uit tot reageren. Mijn pen bijvoorbeeld, die over het papier beweegt, trekt zijn aandacht. Ik glimlach. Hij kijkt constant met verbazing naar de wereld. Benadert zonder angst en met een open mind nieuwe dingen. Hierdoor leert hij snel wat prettig is en wat niet. Dit is precies de levenshouding waar bewustzijnsgoeroes over prediken tijdens dure cursussen. Mijn pup leert mij de wereld bekijken door ogen die zich overal over verwonderen.

In de woonkamer heerst rust. Op de achtergrond snort de koelkast, snurkt Régis zachtjes en spinnen de poezen op de vensterbanken. Verder is er geen geluid. Ik zie een slagveld onder de keukentafel, Romeo's prestatie de hele nacht door te hebben geslapen hebben we uitvoerig gevierd. Sporen van dat feestje zijn zichtbaar. Er liggen knuffels, flostouwen, half afgekloven kluifjes, een verdwaalde fleecedeken uit zijn bench, rubberen botten en de oude mand van U.W.O. waar hij mee speelt. Hij duikt erin als een kind dat net in het diepe heeft leren zwemmen, kijkt daarna triomfantelijk over de rand of iemand het gezien heeft. Op dit moment niet, hij legt zijn kopje op mijn blote enkel, zacht, warm en vol vertrouwen. We leren elkaar kennen, hij is er pas twee weken. We hebben nog alle tijd voor andere feestjes.

Regelmatig denk ik na over het begrip tijd, voor het gebruik ervan in mijn roman, maar ook hoe alles in de natuur vanzelfsprekend weet hoeveel tijd het nodig heeft. Waarom een sneeuwklokje in januari opkomt en niet in september. Waarom heb ikzelf altijd haast, kom ik gemiddeld een kwartier te vroeg op afspraken en vergeet ik vaak in het heden te leven? Altijd maar in mijn hoofd bezig met gisteren of morgen. Wil ik mijn leven zo snel geleefd hebben? Nee. Ik wil het juist vasthouden, er volop van genieten. Het houdt me bezig... Want waarom moeten de woorden in mijn roman soms eerst weken sudderen voordat ze op de juiste plek in het verhaal vallen? Waarom zie ik niet meteen welk woord in welke zin klopt of welk hoofdstuk ik beter weg kan halen. Waarin zit precies de verandering van dat eerste en het latere moment waarop ik dezelfde woorden zie? Het heeft alles met tijd te maken, hij doet zijn werk. De tekst is hetzelfde en toch zit er blijkbaar een verschil in hoe ik hem interpreteer op verschillende momenten. Ik kom er niet uit door na te denken. Ik moet de tijd nemen voor het schrijven, dat is alles. Afgelopen jaar heb ik al doende geleerd dat hierdoor de kwaliteit van mijn tekst toeneemt. Groeien als schrijfster is blijven creëren vanuit mijn intuïtie, zoals het sneeuwklokje dat ook doet vanuit haar natuur maar ik geef het proces daarna de tijd en redigeer de tekst nog vele malen.

Romeo is in slaap gesukkeld. Een week geleden duurde het bijna de hele ochtend voordat hij moe genoeg was om na het ontbijt in de bench weer even te gaan en te wachten tot ik gedoucht had. Vandaag is het ongeveer een half uur. We leren het wel, elkaar de tijd geven om te groeien. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten